Navigatie overslaan MENU

Zondagmorgen 27 september 2020 kwart over zeven. Dit moment staat voorgoed in het geheugen gegrift van de 33-jarige Nadejda uit Martakert in Nagorno-Karabach. Ze huivert bij de herinnering: “Onze stad werd toen getroffen door grootschalige artillerieaanvallen. Samen met mijn dochter, mijn zus en haar vijf kinderen, mijn moeder en mijn jongste broertjes, ben ik op de vlucht geslagen.” De vrouwen moeten het zonder steun van volwassen mannen doen. “Mijn man en zijn vijf broers zitten in het leger. Zij blijven achter om te vechten.”

Een levensgevaarlijke onderneming

In hun woonplaats waren ze hun leven niet zeker. Maar, ook vluchten blijkt een levensgevaarlijke onderneming. Nadejda vertelt: “Omdat onze auto vanuit de lucht gevolgd werd door een drone, reed onze chauffeur heel hard. Zo hebben wij weten te ontkomen.” De auto achter hen bracht het er minder goed vanaf en werd beschoten. Verdrietig vervolgt Nadejda: “Een moeder en haar zoon zijn hierbij omgekomen en drie mensen zijn gewond geraakt. Allemaal vluchtelingen uit Nagorno-Karabach.”

Voor de tweede keer op de vlucht

Het is niet voor het eerst in haar leven dat Nadejda op de vlucht slaat voor oorlogsgeweld. “Ook tijdens de eerste oorlog om Nagorno-Karabach was ik een vluchteling.” Helaas went vluchten nooit… Nadejda en haar familie zijn inmiddels aangekomen in Goris, Armenië. Een ouder echtpaar verleent hen onderdak voor enkele dagen. Dan gaat de onvrijwillige reis weer verder, met de Armeense hoofdstad Yerevan als eindbestemming.

Geen roze wolk

Alhoewel het reisdoel zeker is, is de toekomst van Nadejda en haar 9-jarige dochter Oksanna dat zeker niet! En in februari verwacht Nadejda haar tweede kindje. “Ik heb een keizersnede nodig, maar weet niet hoe dit in deze omstandigheden moet.” Met een verdrietige glimlach zegt ze: “Oksanna is blij dat de baby een meisje is. Ze wil geen broertje, omdat ze bang is voor zijn toekomst. Ze weet dat mannen het leger ingaan.”

Armenië, het land waar steeds oorlog dreigt